8. WOB-verzoek onbelast afboeken rc-schuld dga
Er is geen beleid geformuleerd door de Belastingdienst of het ministerie van Financiën over de geconstateerde mogelijkheid om belastingvrij de rekening courantschuld van de dga aan zijn bv af te boeken, zoals aan de orde is geweest in een artikel van het Financieele Dagblad van 16 april 2016. Dit schrijft staatssecretaris Wiebes (Financiën) naar aanleiding van een WOB-verzoek. Op basis van wet- en regelgeving en jurisprudentie wordt per casus een afweging gemaakt. Wel is aan de Belastingdienst een aantal handvatten gegeven door een memo dat is opgesteld door een aantal medewerkers van de Belastingdienst. Dit memo is op 1 juni 2016 opgesteld en is aangekondigd in een intranetbericht. Zowel het memo als het intranetbericht komen voor openbaarmaking in aanmerking, aldus Wiebes. Achtergrond Overtollig lenen door de dga bij de eigen bv is een constant fiscaal aandachtspunt van de Belastingdienst. Vaak worden er met belastingplichtigen afspraken gemaakt over het afbouwen van rekening courantposities, maar er wordt natuurlijk ook gecorrigeerd. Eén van de meest vergaande correcties is die waarbij de opgelopen rekening courant stand (gedeeltelijk) als een uitdeling wordt aangemerkt. In het Weekblad voor Fiscaal Recht van juli 2015 heeft H.]. Meijer (WFR 2015/918: Relatieve schijnleningen aan aandeelhouders) een artikel geschreven waarbij hij deze stelling in het voordeel van belastingplichtige ombuigt, namelijk als de uitdeling langer dan 5 jaar geleden geconstateerd had moeten worden; de termijn om na te vorderen dan verstreken is. Of omdat er geen sprake zou zijn van een nieuw feit waardoor er niet kan worden nagevorderd over de achteraf geconstateerde uitdeling. In die gevallen zou de rekening courantschuld verdwenen zijn zonder enige heffing. Het Ministerie van Financiën heeft met betrekking tot deze stelling als volgt gereageerd naar het Financieel Dagblad: 'De Belastingdienst bestrijdt gevallen van belastingvrij wegstrepen van een rekening courantschuld van de dga aan zijn bv. Belastingvrij wegstrepen komt er op neer dat de dga en zijn adviseur eerst jarenlang onjuist aangifte doen en vervolgens stellen dat de inspecteur niet meer kan navorderen. Het wettelijke nieuw feit-vereiste zou dit in de weg staan. Wie opzettelijk onjuist aangifte doet wordt niet beschermd door het nieuw feit-vereiste. Er zal navordering plaatsvinden. Daarnaast kunnen in die situaties boetes worden opgelegd of een strafrechtelijk traject worden gestart. In dat laatste geval is de verjaringstermijn twaalf jaar.'