2. Beantwoording Kamervragen over coulanceperiode PEB

Staatssecretaris Wiebes (Financiën) heeft vragen van de Tweede Kamer beantwoord over het artikel 'Een op drie ondernemers niet bewust van uitfasering PEB'.
Hij geeft aan het belangrijk te vinden dat alle dga’s met een PEB goed op de hoogte zijn van de veranderde wetgeving, waardoor het PEB wordt uitgefaseerd. 
De uitfasering van het PEB raakt ongeveer 160.000 dga’s. De meeste dga’s hebben een accountant. Aangezien op een PEB specifieke fiscale wetgeving van toepassing is, is de verwachting dat zij hun accountant, fiscaal dienstverlener of pensioenadviseur inschakelen. Van deze beroepsgroepen mag worden verwacht dat zij ervoor zorgen dat zij op de hoogte zijn van wijzigingen in fiscale regelgeving en ook dat zij – indien de dga geen contact met hen opneemt – zelf contact opnemen met de dga om hen te informeren en adviseren over de uitfasering van het PEB.
Volgens Wiebes wekt het artikel de suggestie dat er uiterlijk 30 juni 2017 heel veel geregeld moet worden. 
Het enige dat uiterlijk aan het eind van de coulanceperiode moet zijn geregeld is dat de huidige opbouw van het PEB wordt stopgezet. Dit kan door de algemene vergadering bijeen te roepen en middels een addendum op te nemen dat de opbouw stopt. Ook als de dga zou besluiten om een eventueel elders verzekerd pensioen terug te halen naar eigen beheer, moet deze waardeoverdracht plaatsvinden voor het einde van de coulanceperiode. Hierbij heeft de staatssecretaris toegezegd dat hieraan ook is voldaan als het verzoek tot overdracht uiterlijk 30 juni 2017 bij de verzekeraar ligt. De verzekeraar heeft daarna de gebruikelijke termijn om het verzoek af te handelen.
De beslissing om het PEB fiscaal gefaciliteerd af te kopen of om te zetten in een oudedagsverplichting hoeft derhalve niet voor het einde van de coulanceperiode te worden genomen. Hiertoe heeft de dga nog tot en met 31 december 2019 – in overleg met zijn adviseur – de tijd, aldus de staatssecretaris.
(Antwoorden Kamervragen nr. 2017-0000097793)