2. Belastingrente door fout in aangiftesoftware adviseur

De adviseur van X heeft de aangifte IB/PVV 2012 verzorgd, maar door een fout in de softwareprogrammatuur werd het aandeel van X in het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang niet juist aangeleverd. De rubriek werd daardoor automatisch (in)gevuld met 0 en ook bij het verzamelinkomen in rubriek 55 is geen inkomen uit aanmerkelijk belang opgenomen.

De Inspecteur heeft op basis van die gegevens (geautomatiseerd) de voorlopige aanslag vastgesteld, waarbij geen inkomen uit aanmerkelijk belang is opgenomen. 
Nadat de fout door de softwareleverancier was hersteld is de aangifte opnieuw (en nu juist) verzonden. 
Daarop heeft de Inspecteur een aanslag vastgesteld waarbij hij aan X belastingrente in rekening heeft gebracht.

Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat de Inspecteur terecht belastingrente in rekening heeft gebracht en dat hem geen onzorgvuldigheid kan worden verweten.
 De afwijking in de aangifte is immers veroorzaakt door een fout in de programmatuur van de door de gemachtigde van X gekozen softwareleverancier en niet door een fout in de programmatuur van de Inspecteur. Dat de Inspecteur bij de oplegging van voorlopige aanslagen heeft gekozen voor een geautomatiseerde afhandeling maakt op zich ook niet dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld. Gelet op de grote aantallen aangiften, is de keuze om bij de afdoening van de aangiften en het opleggen van de aanslagen gebruik te maken van een automatiseringssysteem niet onzorgvuldig.
 Het had bovendien voor X of de adviseur direct duidelijk kunnen en moeten zijn dat de voorlopige aanslag niet overeen kwam met de berekende verschuldigde belasting. De hoogte van de belastingrente had kunnen worden beperkt door de Inspecteur te verzoeken een nadere voorlopige aanslag op te leggen. De omstandigheid dat dit niet is gedaan, komt voor rekening en risico van X.
Hof Amsterdam is van oordeel dat de Rechtbank het beroep van X op goede gronden heeft verworpen.
Het hoger beroep van X wordt ongegrond verklaard.
(Hof Amsterdam, nr. 16/00219)