3. Belastingdienst schond recht op eerbiediging van persoonlijke levenssfeer adviseur

X exploiteert een advieskantoor. Vanaf het jaar 2006 voerde het kantoor van X voor circa 200 cliënten fiscale procedures tegen de Belastingdienst over met name de aftrek van eigenwoningrente en fiscale durfkapitaalfaciliteiten.
 Bij het Openbaar Ministerie liep in het verleden een strafrechtelijk onderzoek naar het advieskantoor waarbij stukken in beslag zijn genomen. De Belastingdienst gebruikt deze informatie met toestemming van het OM voor hun eigen onderzoek naar het advieskantoor.

In uitspraken van de Belastingdienst op bezwaren van de cliënten van X staat vermeld dat X als verdachte van strafbare feiten wordt aangemerkt.
 X heeft hierover geklaagd bij de Nationale ombudsman.

De Nationale ombudsman acht het van belang dat de Belastingdienst bij het opnemen van dergelijke informatie de hoogst mogelijke zorgvuldigheid betracht. De Nationale ombudsman is van oordeel dat de Belastingdienst niet behoorlijk handelde door te vermelden dat X als verdachte werd gezien voor een strafbaar feit waarvoor hij inmiddels was vrijgesproken.
Verder is de Nationale ombudsman van oordeel dat de Belastingdienst niet de hoogst mogelijke zorgvuldigheid heeft betracht door cliënten van X als verdachte in de beslissingen aan te merken, terwijl zij geen verdachte meer waren. Op grond van deze punten was er sprake van schending van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
(Rapport Nationale ombudsman, nr. 2017/096)

2. Winstuitdeling door bv aan dga; bewustheid bevoordeling

X is dga van Y (bv).
Y heeft in 2007 twee onroerende zaken verworven. Deze worden vervolgens voor een te lage prijs doorverkocht aan X.
 De Inspecteur stelt dat er in 2007 sprake is van een winstuitdeling van € 630.000 en heeft de aangifte vennootschapsbelasting op dit punt gecorrigeerd.

Rechtbank Gelderland oordeelt met de Inspecteur dat er sprake is van een winstuitdeling, waarvan zowel X als Y zich bewust zijn geweest. De winstuitdeling bedraagt echter geen € 630.000 maar € 341.500, oordeelt de Rechtbank op basis van het feitencomplex. 
Aangezien de Inspecteur niet het volledige bedrag van de door hem gestelde uitdeling aannemelijk heeft gemaakt, is het beroep van Y gegrond. De (gecorrigeerde) aanslag vennootschapsbelasting wordt dienovereenkomstig verminderd.
(Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:4225)

 

1. Onroerendgoedtransacties met eigen vennootschap; winstuitdeling


X is dga van Y (bv).
Y heeft in 2007 twee onroerende zaken verworven. Deze worden vervolgens voor een te lage prijs doorverkocht aan X.

De Inspecteur stelt dat er in 2007 sprake is van een winstuitdeling van € 630.000 en heeft de aangifte IB/PVV 2007 op dit punt gecorrigeerd. 

Rechtbank Gelderland oordeelt met de Inspecteur dat er sprake is van een winstuitdeling, waarvan zowel X als Y zich bewust zijn geweest. De winstuitdeling bedraagt echter geen € 630.000 maar € 341.500, oordeelt de Rechtbank op basis van het feitencomplex.
 Aangezien de Inspecteur niet het volledige bedrag van de door hem gestelde uitdeling aannemelijk heeft gemaakt, is het beroep van X gegrond. De aanslag IB/PVV 2007 (en ook de aanslag IB/PVV 2008) wordt dienovereenkomstig verminderd. 
(Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:4224)

  • 1
  • 2