3. Belastingdienst schond recht op eerbiediging van persoonlijke levenssfeer adviseur
X exploiteert een advieskantoor. Vanaf het jaar 2006 voerde het kantoor van X voor circa 200 cliënten fiscale procedures tegen de Belastingdienst over met name de aftrek van eigenwoningrente en fiscale durfkapitaalfaciliteiten.
Bij het Openbaar Ministerie liep in het verleden een strafrechtelijk onderzoek naar het advieskantoor waarbij stukken in beslag zijn genomen. De Belastingdienst gebruikt deze informatie met toestemming van het OM voor hun eigen onderzoek naar het advieskantoor.
In uitspraken van de Belastingdienst op bezwaren van de cliënten van X staat vermeld dat X als verdachte van strafbare feiten wordt aangemerkt.
X heeft hierover geklaagd bij de Nationale ombudsman.
De Nationale ombudsman acht het van belang dat de Belastingdienst bij het opnemen van dergelijke informatie de hoogst mogelijke zorgvuldigheid betracht. De Nationale ombudsman is van oordeel dat de Belastingdienst niet behoorlijk handelde door te vermelden dat X als verdachte werd gezien voor een strafbaar feit waarvoor hij inmiddels was vrijgesproken.
Verder is de Nationale ombudsman van oordeel dat de Belastingdienst niet de hoogst mogelijke zorgvuldigheid heeft betracht door cliënten van X als verdachte in de beslissingen aan te merken, terwijl zij geen verdachte meer waren. Op grond van deze punten was er sprake van schending van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
(Rapport Nationale ombudsman, nr. 2017/096)