8. Heffingskortingen 2019

Verhoging algemene heffingskorting
Door een verhoging van de algemene heffingskorting neemt het besteedbaar inkomen van mensen met een inkomen tot € 68.507 per jaar toe. De heffingskorting stijgt in 2019 met € 212 tot € 2477 voor inkomens tot € 20.384 per jaar. Ook inkomens tussen € 20.384 en € 68.507 profiteren van de verhoging van de algemene heffingskorting, alleen wel minder.

Arbeidskorting
Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen. De maximale arbeidskorting stijgt in 2019 met € 150 tot € 3399. Daarnaast bouwt de arbeidskorting in 2019 sneller af. Hier profiteren werkenden met een inkomen tussen circa € 10.000 en € 41.000 van.

Ouderenkorting
De koopkracht van gepensioneerden wordt in 2019 versterkt door een verhoging van de ouderenkorting. In 2019 wordt het maximale bedrag van de ouderenkorting na indexatie met € 178 verhoogd tot € 1.596. Voor ouderen met een inkomen boven € 36.000 bouwt de ouderenkorting vanaf dit jaar geleidelijk af. Ouderen met een inkomen tussen € 36.000 en € 47.000 profiteren hiervan, omdat de ouderenkorting in 2018 nog direct daalde naar € 72 wanneer het inkomen boven de inkomensgrens uitkwam.

IACK
Werknemers die werk combineren met de zorg voor jonge kinderen hebben recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Deze korting zal in 2019 anders berekend worden. Mensen met een inkomen tussen de € 5000 en € 25.000 kunnen minder IACK tegemoet zien, omdat het basisbedrag van €1000 verdwijnt. Wel gaat het opbouwpercentage waarmee berekend wordt op hoeveel IACK je recht hebt, omhoog van 6,16% naar 11,45%. Hierdoor wordt de maximale IACK (€ 2835 in 2019) al bij een lager inkomen bereikt.

7. Invoering tweeschijvenstelsel

Door de geleidelijke invoering van een tweeschijvenstelsel met een basistarief en een toptarief nemen de besteedbare inkomens toe van alle personen met een inkomen vanaf € 21.000 per jaar. Het tarief in de huidige tweede en derde schijf daalt in 2019 van 40,85% naar 38,10%. Het tarief in de huidige eerste schijf stijgt van 36,55% naar 36,65%. Het tarief in de huidige vierde schijf daalt van 51,95% naar 51,75%.

6. Termijn verzoek uitnodiging tot doen van aangifte voor teruggaaf omzetbelasting 2019

Een teruggaaf van omzetbelasting kan worden verzocht via een aangifte. Als een belastingplichtige geen uitnodiging tot het doen van aangifte heeft ontvangen, kan de belastingplichtige de inspecteur verzoeken om hiertoe alsnog te worden uitgenodigd. Op dit moment geldt voor dit verzoek geen termijn. Per 1 januari 2019 wordt daarom geregeld dat de belastingplichtige de inspecteur binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin het recht op teruggaaf is ontstaan om een uitnodiging tot het doen van aangifte moet verzoeken.

5. Belastingrente en tijdig indienen aangifte IB en erfbelasting 2019

Bij belastingplichtigen die tijdig, dat wil zeggen voor 1 mei na afloop van het belastingjaar, een correcte aangifte inkomstenbelasting indienen, wordt vanaf 2019 geen belastingrente in rekening gebracht. Deze reeds langer bestaande praktijk is vanaf dat moment ook in de wet opgenomen. Ook voor belastingplichtigen in de sfeer van de erfbelasting gaat gelden dat voor belastingaanslagen ter zake van overlijdens vanaf 2019 geen belastingrente in rekening wordt gebracht als zij tijdig, dat wil zeggen binnen 8 maanden na het overlijden, een correcte aangifte erfbelasting indienen.

4. Begrenzing milieukorting op de bijtelling emissievrije auto’s

De bijtelling is een forfaitaire waarderingswijze van het privévoordeel dat een ondernemer, resultaatgenieter of werknemer heeft van de auto van de zaak. Voor emissievrije auto’s geldt een milieukorting op de bijtelling. Vanaf 2019 wordt deze milieukorting begrensd tot het deel van de catalogusprijs tot en met € 50.000, resulterend in een maximale korting van € 9000. Op het deel van de catalogusprijs boven € 50.000 is het algemene bijtellingspercentage zonder korting van toepassing.

  • 1
  • 2