8. Belastingdienst/Toeslagen verstuurt brieven over aanpassen toeslag

Uw klant ontvangt in de komende maanden mogelijk een brief van Belastingdienst/Toeslagen. In deze brief staat dat zijn jaarinkomen over 2019 opnieuw is geschat. Belastingdienst/Toeslagen gebruikt het jaarinkomen om de toeslagen over 2019 te berekenen.

Als uw klant deze brief ontvangt komt dat omdat uit de aangifte inkomstenbelasting 2018 blijkt:

dat zijn inkomen is veranderd
het inkomen van zijn toeslagpartner is veranderd
het inkomen van zijn medebewoner is veranderd
de inkomens van hem en zijn toeslagpartner zijn veranderd
de inkomens van zijn toeslagpartner en zijn medebewoner zijn veranderd
de inkomens van hem, zijn toeslagpartner en zijn medebewoner zijn veranderd
de inkomens van hem en zijn medebewoner zijn veranderd

Op basis daarvan is het inkomen over 2019 opnieuw geschat. De nieuwe schatting kan hoger of lager zijn. Uw klant krijgt dan minder of meer toeslag.

Ook kan het zijn dat hij al meer toeslag heeft gekregen dan waar hij recht op had. In dit geval kan het zijn dat uw klant de teveel ontvangen toeslag moet terugbetalen.

U kunt het geschatte jaarbedrag zien door in te loggen op ‘Mijn toeslagen’.

Inkomen veranderd?
Mocht uw klant net een nieuwe baan hebben, of is hij meer of minder gaan werken? Dan kan het zijn dat de schatting van zijn inkomen niet klopt. Uw klant moet in dit geval zo snel mogelijk het juiste nieuwe inkomen aan Belastingdienst/Toeslagen doorgeven via toeslagen.nl.

Hebt u, uw klant of iemand in zijn huishouden het inkomen de afgelopen weken al gewijzigd? Dan hoeft u niets te doen. Belastingdienst/Toeslagen gebruikt dit inkomen bij de berekening van uw toeslag.

7. Ongebruikelijke transacties: auto’s contant betaald

BFT heeft eerder aandacht besteed aan autohandelaren en de meldplicht die zij hebben bij contante verkopen. Sinds de invoering van de ‘Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn’ op 25 juli 2018 geldt dat bij contante verkopen van € 10.000 of meer de handelaar een melding van een ongebruikelijke transactie bij de FIU Nederland moet doen.

De fiscaal dienstverlener moet nagaan of de cliënt zich houdt aan de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en daarvan bewijs verzamelen, het cliëntenonderzoek. Als een autohandelaar zich niet houdt aan de meldplicht, is dit aanleiding voor de fiscaal dienstverlener om een melding te doen van ongebruikelijke transacties bij de FIU-Nederland.

Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) wil in dit bericht wijzen op een veelvoorkomend aandachtspunt bij de administratie van autohandelaren: verschillen in de geld- en goederenbeweging. BFT heeft bij diverse onderzoeken zaken geconstateerd, die voor een fiscaal dienstverlener aanleiding moeten zijn om aanvullende werkzaamheden te verrichten. Mogelijk is sprake van witwassen.

Bij een autohandelaar is een duidelijke geld- en goederenbeweging. De goederenbeweging kan als volgt worden weergegeven: eindvoorraad is beginvoorraad plus inkopen minus verkopen. Voor zowel de verkopen als de inkopen geldt dat hier een monetaire transactie tegenover moet staan.

Voorbeelden van aanwijzingen waarbij mogelijk sprake is van witwassen:

De autohandelaar verkoopt een auto die hij volgens de administratie nooit heeft ingekocht. Een extra aandachtspunt is wanneer de verkoop in contanten heeft plaatsgevonden.
De autohandelaar verkoopt een auto die op papier wel is ingekocht, maar niet is betaald. Het is in de branche immers gebruikelijk dat de koper de gebruikte auto’s (vrijwel) direct na aankoop betaalt.
In de voorraad van de autohandelaar zijn auto’s opgenomen die nooit zijn ingekocht.
De autohandelaar verkoopt auto’s voor een aanzienlijk lager bedrag dan waarvoor hij ze heeft gekocht. Dit is met name een aandachtspunt wanneer er slechts een korte periode zit tussen inkoop en verkoop.

Van een fiscaal dienstverlener mag verwacht worden dat hij in dergelijke gevallen aanvullende werkzaamheden verricht. Mochten de aanvullende werkzaamheden de vragen over de transactie niet beantwoorden, dan moet de fiscaal dienstverlener een melding doen van een ongebruikelijke transactie bij de Financiële inlichtingen eenheid (FIU-Nederland).

Lees meer:
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Inwerkingtreding 4e anti-witwasrichtlijn
Ongebruikelijke transacties: zorgfraude door verzuim meldplicht

6. Transacties met zakelijke rechten op een onroerende zaak

Een zakelijk recht op een onroerende zaak houdt in dat iemand anders dan de juridische eigenaar het recht heeft om de onroerende zaak te gebruiken en erover te beschikken. Voorbeelden van zakelijke rechten op onroerende zaken zijn het recht van erfpacht, opstal en erfdienstbaarheid. Als uw klant zo'n recht vestigt, overdraagt, wijzigt, er afstand van doet of het beëindigt, is dat een levering of verhuur. Of uw klant levert of verhuurt, is afhankelijk van de hoogte van de vergoeding.

Wanneer verhuur?
Een transactie met zakelijke rechten is verhuur, als de vergoeding (inclusief btw) minder is dan de waarde van het zakelijk recht in het economische verkeer. Deze waarde is ten minste de kostprijs (inclusief btw) die een onafhankelijke derde zou rekenen voor het voortbrengen van de onroerende zaak, op het tijdstip waarop de transactie plaatsvindt. Bij verhuur gelden dezelfde regels als bij de verhuur van een onroerende zaak.

Wanneer een levering?
Een transactie met zakelijke rechten is een levering als de vergoeding (inclusief btw) minstens gelijk is aan de waarde in het economische verkeer van het zakelijk recht. Deze waarde is ten minste de kostprijs (inclusief btw) die een onafhankelijke derde zou rekenen voor het voortbrengen van de onroerende zaak, op het tijdstip waarop de transactie plaatsvindt. Bij een levering gelden dezelfde regels als bij de levering van een onroerende zaak.

Let op!
De levering van een appartementsrecht op grond in volle eigendom is altijd een levering van de onroerende zaak waarop dat recht betrekking heeft.
De vestiging of overdracht van een appartementsrecht op erfpachtgrond of een opstalrecht, is afhankelijk van de hoogte van de vergoeding een levering of verhuur.
Het toekennen en overdragen van lidmaatschapsrechten in een coöperatieve flatvereniging zijn voor de btw verhuurdiensten.

 

5. Verhuur van een onroerende zaak

In een aantal gevallen is de verhuur van een onroerende zaak altijd belast met btw. In andere gevallen is die verhuur vrijgesteld van btw, maar kan uw klant er samen met de huurder vaak voor kiezen toch btw te berekenen. U kunt de keuze voor belaste verhuur op 2 manieren vastleggen: in het huurcontract of met een verzoek aan het belastingkantoor.

Wanneer altijd belast verhuren?
In de volgende gevallen is de verhuur altijd belast met btw:
- verhuur door een hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar een korte periode verblijven
- verhuur van machines en bedrijfsinstallaties
- verhuur van parkeerruimten voor voertuigen en luchtvaartuigen, en verhuur van lig- en bergplaatsen voor boten, met uitzondering van de verhuur van ligplaatsen voor woonboten
- verhuur van safeloketten

Wanneer kiezen voor belaste verhuur?
Uw klant kan kiezen voor belaste verhuur als de huurder de btw voor ten minste 90% kan aftrekken als voorbelasting.

4. Herziening btw bij verkoop van onroerende zaken

Heeft uw klant bij de aankoop van een onroerende zaak btw betaald en verkoopt hij de onroerende zaak binnen de herzieningsperiode van 10 jaar? Dan moet hij de btw over de inkoop misschien herzien. U kunt dan voor uw klant misschien een extra bedrag aan btw aftrekken als voorbelasting. Of hij moet een bedrag aan btw betalen.

Hoe werkt de herzieningsperiode?
Als uw klant een onroerende zaak koopt, moet u voor hem voor het jaar waarin hij de zaak gaat gebruiken, en de 9 daarop volgende jaren beoordelen of de btw over de aankoop mag worden afgetrokken. Dit heet de herzieningsperiode. Verkoop kan gevolgen hebben voor de btw die u voor uw klant hebt afgetrokken. Als uw klant een onroerende zaak belast verkoopt, begint daarna voor de koper een nieuwe herzieningsperiode.

Gevolgen van verkoop tijdens de herzieningsperiode
Bij verkoop tijdens de herzieningsperiode zijn 4 situaties mogelijk:

  1. Uw klant heeft de onroerende zaak gekocht als ondernemer en de btw bij aankoop afgetrokken als voorbelasting. Hij verkoopt de onroerende zaak met btw (verplicht, of als keuze voor belaste levering). Met de btw die uw klant bij de aankoop heeft afgetrokken als voorbelasting, hoeft u verder niets te doen. Btw die hij betaalt over de kosten van de verkoop, kunt u aftrekken.
  2. Uw klant heeft de onroerende zaak gekocht als ondernemer en de btw bij aankoop afgetrokken als voorbelasting. Hij verkoopt de onroerende zaak zonder btw. Omdat hij bij de aankoop de btw volledig heeft afgetrokken, moet hij nu een gedeelte van deze btw terugbetalen.
  3. Uw klant heeft de onroerende zaak gekocht als ondernemer en de btw bij aankoop niet afgetrokken als voorbelasting. Uw klant verkoopt de onroerende zaak met btw (verplicht, of als keuze voor belaste levering).  De btw die hij bij de aankoop niet heeft afgetrokken, kunt u nu alsnog gedeeltelijk aftrekken. Ook kunt u de btw die hij betaalt over de kosten van de verkoop, aftrekken als voorbelasting.
  4. Uw klant heeft de onroerende zaak gekocht als ondernemer en de btw bij aankoop niet afgetrokken als voorbelasting. Hij verkoopt de onroerende zaak zonder btw. U hoeft dan verder niets te doen.
  • 1
  • 2