7. Betere positie werknemers bij doorstart onderneming
Alle werknemers van een failliete onderneming komen na een doorstart in principe onder dezelfde arbeidsvoorwaarden in dienst bij de nieuwe eigenaar. Alleen als er bij de overgang arbeidsplaatsen verdwijnen en dit het gevolg is van bedrijfseconomische omstandigheden, wordt hiervan afgeweken. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van de ministers Dekker (voor Rechtsbescherming) en Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) dat op 29 mei 2019 in consultatie is gegaan. Het wetsvoorstel moet voorkomen dat bij een doorstart na een faillissement veel werknemers hun baan verliezen. Zulke situaties leiden steevast tot ophef. In 2017 oordeelde het Europese Hof van Justitie bij de ‘pre-pack-doorstart’ van kinderopvangorganisatie Estro dat het personeel recht had op behoud van baan en arbeidsvoorwaarden.
Die uitspraak veroorzaakte discussie over de gevolgen voor andere gevallen. Die onzekerheid heeft een doorstart na faillissement lastiger gemaakt, terwijl dat vaak de meest wenselijke optie is voor de schuldeisers en werknemers. Er blijven bij een doorstart meer banen behouden en er zijn meer mogelijkheden om schulden te voldoen. Ook leveranciers en klanten zijn hierbij gebaat, want het bedrijf kan door. Dat is ook goed voor de economie.
De regeling die het kabinet nu voorstelt, moet duidelijkheid bieden. Werknemers krijgen een betere positie bij een doorstart en potentiële kopers krijgen meer zekerheid over de arbeidskosten, waardoor zij een verantwoord bod kunnen doen.
Het wetsvoorstel regelt ook dat werknemers voor wie er na de doorstart toch geen plek is, niet door een concurrentiebeding beperkt worden om ergens anders aan de slag te gaan. Ook krijgen de ondernemingsraad en de personeelsvereniging het recht om een advies uit te brengen over een voorgenomen doorstart. De rechter-commissaris die toestemming moet geven voor de overgang, zal dit advies bij zijn beslissing betrekken.
6. Kabinet wil uitbetalen met aandelenopties bij start-ups en scale-ups aantrekkelijker maken
Het kabinet wil het voor start-ups en scale-ups aantrekkelijker maken hun werknemers in aandelenopties te betalen. Zo kunnen deze bedrijven makkelijker getalenteerde werknemers aantrekken en wordt de ontwikkeling van jonge bedrijven in Nederland gestimuleerd. Dit schrijft staatssecretaris Menno Snel van Financiën in zijn fiscale beleidsagenda, waarin zijn beleidsprioriteiten zijn opgenomen. De komende tijd wordt onderzocht of er een regeling ontworpen kan worden die qua moment van belastingheffing meer past bij de situatie van start-ups en scale-ups.
Staatssecretaris Snel: “Jonge en innovatieve bedrijven zijn van groot belang voor de Nederlandse economie. Iedereen moet belasting betalen om bij te dragen aan onze samenleving, maar we kunnen wel kijken of we dat zo slim mogelijk kunnen doen, zodat we de groei van jonge bedrijven stimuleren."
Startups en scale‑ups bieden medewerkers graag aandelenopties aan als loon in plaats van een regulier salaris. Dit omdat deze jonge ondernemingen meestal niet genoeg geld hebben om een hoog salaris te betalen. Via het uitgeven van aandelenopties kunnen ze toch concurreren met andere bedrijven en worden talentvolle medewerkers nauwer betrokken bij de onderneming.
Over de aandelenopties moet wel belasting worden betaald; het is namelijk een vorm van salaris. Op dit moment vindt de belastingheffing over de aandelenopties plaats als deze om worden gezet in aandelen. Medewerkers van start-ups en scale-ups worden dan geconfronteerd met een belastingheffing, terwijl ze de aandelen op dat moment vaak nog helemaal niet kunnen verkopen en ook nog niet voldoende ander geld hebben om de belasting te kunnen betalen.
De komende tijd wordt onderzocht of het mogelijk en voor deze medewerkers ook aantrekkelijker is om de belastingheffing uit te stellen naar een later moment, wanneer er wél geld beschikbaar is om de belasting te betalen. Bijvoorbeeld op het moment dat de onderneming een beursgang maakt. Als het lukt om dit aantrekkelijk vorm te geven, is het doel het wetsvoorstel in 2020 op Prinsjesdag naar de Tweede Kamer te sturen.