3. Kamerbrief over voortgang uitwerking maatregelen 'werken als zelfstandige'

Voor welke opdracht mag een bedrijf een zzp’er inhuren en wanneer is iemand eigenlijk een werknemer? Over deze vraag loopt een lange discussie. Het kabinet gaat daarom de komende maanden in gesprek met werkgevers, werknemers, zzp’ers en betrokken organisaties. Dit brede gesprek moet het onderscheid helder maken. Ook moet hieruit duidelijk worden wat de maatschappelijke opvattingen zijn. Dat kondigen de minister van SZW en de staatssecretarissen van Financiën en EZK aan in de vierde voortgangsbrief Werken als zelfstandige die op 22 november 2019 aan de Tweede Kamer is gezonden.

Het kabinet is bezig met nieuwe wet- en regelgeving rond het werken als zelfstandige. Een van de maatregelen is de ontwikkeling van een webmodule als extra, vrijwillig hulpmiddel in het verduidelijken van de regelgeving. Bedrijven die voor een opdracht een zzp’er willen inhuren kunnen deze webmodule straks vooraf invullen. Als uit de beantwoording van de vragen blijkt dat een zzp’er de opdracht mag doen (er buiten dienstbetrekking mag worden gewerkt), krijgt een opdrachtgever een opdrachtgeversverklaring. Deze geeft vooraf zekerheid dat er geen naheffingen komen van de loonbelasting en de werknemersverzekeringen, mits de webmodule naar waarheid is ingevuld.

De ontwikkeling van de webmodule is inmiddels vergevorderd. De afgelopen periode is er een conceptvragenlijst ontwikkeld. Hiervoor is onder meer door een werkgroep gekeken naar jurisprudentie en (inter)nationaal vergelijkbare vragenlijsten. De conceptvragenlijst is besproken met organisaties van werkgevers, werknemers en zzp’ers. Ook is de conceptvragenlijst voorgelegd aan 50.000 opdrachtgevers om te achterhalen hoe er in de praktijk wordt gewerkt. Dit heeft geleid tot een databestand van praktijkcasussen. Ten slotte hebben experts aan de hand van de ingevulde vragenlijsten de eerste resultaten beoordeeld.

Uit deze eerste ronde blijkt dat de webmodule nog moet worden aangepast. Niet alle vragen worden even goed begrepen. Ook wordt nog bekeken of een kortere vragenlijst mogelijk is. Er komt daarom nog een tweede testfase.
Uit de testfase komt wel een voorlopig beeld van de te verwachten uitkomsten over de werking van de webmodule naar voren. In een substantieel aantal gevallen is het mogelijk vast te stellen dat een opdracht door een zzp’er mag worden uitgevoerd. Maar op basis van de eerste beoordeling blijkt ook dat in een groter aantal gevallen de omstandigheden wijzen op een dienstbetrekking. Bijvoorbeeld omdat de zzp’er op vrijwel dezelfde manier werkt als de werknemers. In een deel van de gevallen kan de webmodule geen uitsluitsel geven. Bijvoorbeeld omdat de vragenlijst geen rekening houdt met kenmerken die per sector weer anders zijn. Dit hoeft geen probleem te zijn. Opdrachtgevers kunnen op andere manieren de arbeidsrelatie helder krijgen. Bijvoorbeeld door met de Belastingdienst te overleggen of de manier van werken aan te passen.

In het eerste kwartaal van 2020 wil het kabinet de definitieve vragenlijst, de weging van de vragenlijst en de uitkomsten van de testfase naar de Tweede Kamer sturen. Naast de webmodule komt er ook andere wet- en regelgeving. Zo komt er voor zzp’ers een minimumtarief van € 16 per uur. En kunnen zzp’ers die meer dan € 75 per uur verdienen straks voor maximaal een jaar een zelfstandigenverklaring opstellen in overleg met de opdrachtgever.