3. 750 miljoen euro extra corona-overbruggingskrediet gericht op kleine bedrijven

De Nederlandse staat maakt 750 miljoen euro extra aan overbruggingskredieten mogelijk voor ondernemingen met een relatief kleine financieringsbehoefte (van 10.000 tot 50.000 euro). De regeling krijgt de naam Klein Krediet Corona (KKC) en is mede op initiatief van de banken tot stand gekomen. De overheid staat voor 95% garant (713 miljoen euro). De leningen zullen worden verstrekt door de banken en een rente hebben van maximaal 4%. Ook niet-bancaire geaccrediteerde financiers kunnen de lening verstrekken. Naar verwachting kunnen enkele tienduizenden ondernemingen gebruik maken van de lening.

De KKC is een van de aanvullende maatregelen om ondernemers te ondersteunen vanwege de economische gevolgen van het coronavirus. De regeling wordt nu uitgewerkt en moet – net als eerder is gebeurd met andere noodmaatregelen – goedgekeurd worden door de Europese Commissie.

Minister Eric Wiebes en staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat): “Het kabinet maakt in deze uitzonderlijke en barre tijden financiële steun voor álle ondernemers toegankelijker. We kijken sinds de aankondiging van het Noodpakket voor banen en economie al of er meer steun nodig is. Deze aanvullende maatregel is gericht op de vele kleine ondernemers van ons land, die zwaar getroffen zijn door de coronacrisis, van enorm belang zijn voor hun lokale gemeenschap en vaak moeilijk toegang hebben tot financiële steun. Om hen door deze moeilijke maanden heen te helpen, staat het kabinet voor ruim 700 miljoen euro garant.”

Klein Krediet Corona
Onder de KKC-regeling kunnen ondernemers een lening aanvragen van minimaal € 10.000 en maximaal € 50.000. De looptijd is maximaal 5 jaar, en de rente bedraagt maximaal 4%. Daarnaast betalen ondernemers aan de staat een eenmalige premie van 2% als vergoeding. De regeling staat open voor ondernemers met een omzet vanaf € 50.000,- die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die zijn ingeschreven in de KvK voor 1 januari 2019. In ieder geval de banken Rabobank, ABN AMRO, ING, de Volksbank en Triodos hebben toegezegd leningen via de regeling aan te bieden. Andere financiers die geaccrediteerd zijn voor de BMKB-C, mogen de regeling ook aanbieden. Overige financiers kunnen zich daarvoor bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) laten accrediteren.

Kleine ondernemers
Het kabinet en de banken willen de toegang tot liquiditeit voor het kleinere mkb verder vergemakkelijken. De KKC is gericht op die kleine ondernemers: micro-, midden- en kleinbedrijf. Het gaat hier naar schatting om enkele tienduizenden ondernemingen in Nederland. Het – in verhouding tot de handelingskosten – relatief kleine bedrag waar deze ondernemingen naar op zoek zijn, zorgt ervoor dat dit type ondernemingen doorgaans moeilijk aan financiering komt. Daarbij komt nog dat het risico voor financiers dat een lening niet wordt terugbetaald door de coronacrisis relatief hoog is. Doordat de overheid voor 95% garant staat kan een grotere groep ondernemers aan financiering worden geholpen. Bovendien kan het kredietbeoordelingsproces omwille van de snelheid grotendeels automatisch plaatsvinden.

Het feit dat de financiers nog steeds 5% van het risico dragen, zorgt tegelijkertijd voor een zorgvuldige risicobeoordeling, zodat de leningen worden verstrekt aan in de kern gezonde bedrijven met voldoende terugbetaalcapaciteit. De banken hebben onder meer aangegeven zich te houden aan de Gedragscode Kleinzakelijke kredietverlening.

Vanaf wanneer kunnen ondernemers een aanvraag doen?
De komende dagen wordt de regeling verder uitgewerkt. Na akkoord van de Europese Commissie hebben financiers nog enige tijd nodig voordat zij aanvragen van ondernemers te kunnen ontvangen. Het streven is om de regeling vanaf half mei beschikbaar te hebben. Zo gauw meer bekend is, zal dat gecommuniceerd worden.

Waar kunnen ondernemers terecht met vragen?
Ondernemers melden zich voor deze kredietregeling (en andere regelingen zoals de BMKB en GO) bij hun kredietverstrekker, bijvoorbeeld hun bank. De regeling tegemoetkoming loonkosten (NOW) loopt via het UWV en ondersteuning zzp’ers (TOZO) via de eigen gemeente. Richtlijnen voor winkels zijn te vinden bij de brancheorganisaties. Voor belastingmaatregelen kunnen ondernemers terecht bij de Belastingdienst Zakelijk.

Bij andere vragen over corona kunnen bedrijven kijken op rijksoverheid.nl/coronavirus of op de website van de Kamer van Koophandel . Staat het antwoord op uw vraag er niet bij? Bel dan het adviesteam via 0800 – 2117.

2. Coronacrisis en betaalpauze hypotheekverplichtingen

De huidige tijd kan er toe leiden dat een belastingplichtige zorgen heeft over de betaalbaarheid van zijn hypotheek. Overleg met de kredietverstrekker is dan de aangewezen route. Kredietverstrekkers kunnen hun klanten - die als gevolg van de coronacrisis tijdelijk niet in staat zijn aan hun betalingsverplichtingen te voldoen - de mogelijkheid bieden tot een betaalpauze van maximaal zes maanden. In deze periode hoeft dan geen of minder rente en aflossing betaald te worden voor de hypotheek. Let wel; deze achterstand moet in de toekomst wel alsnog worden voldaan. Een beleidsbesluit van 6 mei 2020 geeft een goedkeuring in dit kader.

De Wet Inkomstenbelasting 2001 regelt voor hypotheken vanaf 1 januari 2013 hoe achterstand in de aflossing en rentebetaling moet worden ingelopen, als deze op enig moment is opgelopen. Als niet aan deze wettelijke eisen wordt voldaan, loopt de belastingplichtige het risico dat het recht op aftrek van rente en kosten vervalt. Om het in bepaalde gevallen mogelijk te maken ook op een andere dan in de fiscale wetgeving vastgelegde wijze de aflossingsachterstand in te halen, worden twee goedkeuringen worden opgenomen.

Goedkeuringen in het beleidsbesluit
De eerste goedkeuring ziet toe, op het zo snel mogelijk na afloop van de uitstelperiode van maximaal zes maanden vaststellen van een nieuw annuïtair schema. Op basis hiervan wordt het inhalen van de aflossingsachterstand uitgesmeerd over de resterende looptijd van de maximale termijn van 360 maanden van de lening. Dat is anders dan de huidige wettelijke regeling. Hierin staat dat een in 2020 opgelopen achterstand, in 2021 moet zijn ingehaald. Als dat niet lukt kan een nieuw annuïtair schema pas per 1 januari 2022 worden vastgesteld.

Ten tweede wordt toegestaan de resterende lening te splitsen, waarbij voor de resterende hoofdsom (zonder rekening te houden met de aflossingsachterstand) het bestaande annuïtaire schema van toepassing blijft. Voor het deel van de aflossingsachterstand wordt dan een afzonderlijke (hypothecaire) lening met een eigen annuïtair schema afgesloten, waarbij de looptijd maximaal gelijk is aan de resterende looptijd van de oorspronkelijke hoofdsom. In de huidige wettelijke regeling moet voor de totale resterende hoofdsom een nieuw annuïtair schema wordt vastgesteld.

Maatwerk
Door deze regelingen ontstaan meer mogelijkheden tot maatwerk. Uiteraard moet naast de gemiste aflossingen ook de uitgestelde rente alsnog aan de kredietverstrekker worden betaald. Deze uitgestelde rente is aftrekbaar volgens de reguliere fiscale regels. Afhankelijk van de wijze waarop belastingplichtige en geldverstrekker dit regelen, kan het zijn dat deze rente aftrekbaar is op het moment van rentedragend schuldig worden (2020) of op het moment van feitelijke betaling (veelal in 2021, maar mogelijk deels ook in 2020 of latere jaren).

Familiebank of eigenwoninglening bij BV

In de situatie dat de eigenwoninglening niet bij een commerciële uitvoerder is overeengekomen, maar bijvoorbeeld bij de ouders of bij de eigen BV, is het onder voorwaarden ook mogelijk een betaalpauze overeen te komen. Hiervoor gelden enkele specifieke voorwaarden.

Geldigheid beleidsbesluit
Het beleidsbesluit geldt voor belastingplichtigen die zich tussen 12 maart en 30 juni 2020 melden, of hebben gemeld bij hun kredietverstrekker en een betaalpauze overeenkomen van maximaal zes maanden. Deze betaalpauze moet uiterlijk op 1 juli 2020 ingaan. Onder nadere voorwaarden kan ook voor betaalpauzes die sinds 12 maart al zijn overeengekomen - en mogelijk deels al ten uitvoering zijn gebracht in de periode voorafgaande aan publicatie van het besluit - gebruik worden gemaakt van de regeling, zoals opgenomen in het beleidsbesluit.

Voorlopige aanslag
Het is verstandig om bij een situatie als deze na te gaan of een opgelegde voorlopige aanslag over 2020 en/of de voorschotbeschikking(en) toeslag(en) op basis van het eerder geschatte inkomen over 2020 moet(en) worden aangepast. Hiermee kan voorkomen worden dat in 2021 terugbetalingen moeten plaatsvinden.

Bron: nieuwsbrief BDO, 7 mei 2020. Auteur Gerard Staats

1. Bijzonder uitstel en melding betalingsonmacht, wat moet u doen en wanneer?

De uitbraak van het coronavirus kan ervoor zorgen dat u tijdelijk en buiten uw invloed in liquiditeitsproblemen komt. Daarom is het mogelijk om een verzoek om bijzonder uitstel van betaling te doen. Deze regeling roept veel praktische vragen op. 

Wanneer uitstel van betaling aanvragen
Voor de loonbelasting en de btw is het belangrijk dat u de maandelijkse aangiften of de kwartaalaangiften in blijft dienen, ook als u deze niet kunt betalen. Als u niet de bij de aangifte behorende betaling verricht, volgt enige tijd later een naheffingsaanslag. Voor deze aanslag kunt u dan vragen om bijzonder uitstel van betaling.

Voorbeeld
Voor de aangifte loonheffingen of btw over de maand maart of het eerste kwartaal 2020 geldt dat de aangifte en de bijbehorende betaling uiterlijk 30 april 2020 gedaan moeten worden. De aangifte moet u blijven doen. Wanneer u niet betaalt, zal in de loop van mei 2020 een naheffingsaanslag worden opgelegd. Pas daarna kunt u bijzonder uitstel van betaling vragen.

Telkens opnieuw uitstel aanvragen of is één keer voldoende?
Een veelgestelde vraag is of een reeds ingediend verzoek om uitstel van betaling, ook toeziet op later opgelegde belastingaanslagen. De Belastingdienst heeft aangegeven dat bij het aanvragen van drie maanden bijzonder uitstel van betaling i.v.m. corona, de invordering voor alle aanslagen moet worden opgeschort, zowel voor de op dat moment reeds opgelegde aanslagen, als voor de toekomstige aanslagen. Dit geschiedt dan voor een periode van drie maanden vanaf de dagtekening van het verzoek om uitstel van betaling.

Wel merken wij op dat de regeling voor bijzonder uitstel van betaling niet voor alle typen belastingschulden geldt (zie hierna). Is sprake van een andersoortige belastingschuld, dan zult u nog steeds apart uitstel van betaling moeten aanvragen

Is er in uw geval sprake van een concern met meerdere BV’s? Om het voor u, uw adviseur en de Belastingdienst overzichtelijk te houden, raden wij u aan om per belastingplichtige uitstel van betaling aan te vragen.

Voor welke typen belasting geldt het bijzonder uitstel?
U kunt bijzonder uitstel van betaling aanvragen voor alle aanslagen inkomstenbelasting, Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting (btw), assurantiebelasting, kansspelbelasting, verhuurderheffing, milieubelastingen (opslag duurzame energie, energiebelasting, kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater), accijns (minerale oliën, alcohol, tabak) en verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken.

Het bijzonder uitstel geldt dus onder meer niet voor overdrachtsbelasting, schenkbelasting en dividendbelasting.

Samenloop uitstel en melding betalingsonmacht
Indien een vennootschapsbelastingplichtig lichaam niet in staat is om haar belastingschulden te betalen, kan het voorkomen dat de schuld wordt ingevorderd bij de bestuurder van dit lichaam. Lees hier meer over bestuurdersaansprakelijkheid.

Bestuurdersaansprakelijkheid geldt niet voor alle belastingschulden. De meest belangrijke belastingschulden waar deze aansprakelijkheid voor geldt zijn de loonheffingen, btw en pensioenpremies. Bestuurdersaansprakelijkheid geldt niet voor de inkomstenbelasting en voor de vennootschapsbelasting. Daarvoor hoeft u dus geen melding betalingsonmacht te doen.

Het is normaliter belangrijk dat u (naast het aanvragen van uitstel van betaling ook) tijdig een melding betalingsonmacht doet per belastingplichtige. Tijdig is uiterlijk binnen twee weken nadat de betaling op aangifte had moeten worden gedaan. Let op! Dit moment is dus eerder dan het moment waarop u uitstel van betaling kunt aanvragen.

Melding voor bijzonder uitstel wegens coronacrisis niet nodig
Het Ministerie van Financiën heeft besloten dat een afzonderlijke melding betalingsonmacht tijdelijk niet nodig is als u om uitstel van betaling in verband met corona vraagt. Dit geldt voor zowel de al verstreken als voor de toekomstige tijdvakken, vanaf het tijdvak februari 2020.

NB 1: voor premies bedrijfspensioenfonds geldt nog steeds dat u moet melden (tenzij uw bedrijfspensioenfonds anders beslist).

NB 2: de toezegging geldt alléén voor bijzonder uitstel i.v.m. de coronacrisis. In alle overige situaties moet nog steeds worden gemeld. U kunt betalingsonmacht rechtstreeks digitaal melden of gebruik maken van het meldformulier dat op de site van de Belastingdienst kan worden gedownload.

Voorbeeld
Voor de aangifte loonheffingen of btw over de maand maart of het eerste kwartaal 2020, geldt dat de bijbehorende betaling uiterlijk 30 april 2020 gedaan moet worden. De melding betalingsonmacht over deze tijdvakken moet dan dus gedaan zijn voor 14 mei 2020 (tenzij u om bijzonder uitstel van betaling i.v.m. corona vraagt).

Voor de melding betalingsonmacht geldt dat u een eenmaal gedane melding niet hoeft aan te vullen als nieuwe belastingschulden ontstaan die niet kunnen worden betaald. 

Bron: nieuwsbrief BDO, 7 mei 2020.  Auteur Wendy Nent

  • 1
  • 2