3. Zelfstandigenaftrek verder omlaag

De zelfstandigenaftrek is een aftrekpost voor ondernemers, die ervoor zorgt dat zij nu over € 7.030 van hun winst geen belasting hoeven te betalen. Vanaf 2021 wordt deze zelfstandigenaftrek stapsgewijs teruggebracht tot € 3.240. Tegelijkertijd profiteren zelfstandigen van hogere heffingskortingen en een lager basistarief in de inkomstenbelasting. Hierdoor gaan de meeste zelfstandigen er volgend jaar per saldo op vooruit. Met het verder verlagen van de zelfstandigenaftrek wil het kabinet de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers kleiner maken om de arbeidsmarkt meer in balans te brengen.

Hoe werkt het?
2020: € 7030

Vanaf 2021
De zelfstandigenaftrek daalt in zeven stappen van € 360, een stap van € 390 en acht stappen van € 110 naar € 3.240 in 2036.
2021: € 6670
2036: € 3240

Fred is zelfstandige en maakt € 40.000 winst. Ondanks de daling van de zelfstandigenaftrek gaat hij er in 2021 netto € 490 op vooruit.
Asha is in loondienst en verdient € 40.000. Zij gaat er in 2021 netto € 620 op vooruit.
*In dit voorbeeld is geen rekening gehouden met de doorwerking op toeslagen.
Op termijn gaan zelfstandigen meer belasting betalen door de verdere daling van de zelfstandigenaftrek.

2. Eerlijkere belastingheffing multinationals

Het kabinet wil multinationals eerlijker belasten met oog voor het vestigingsklimaat. Nu kan het gebeuren dat bedrijven die in Nederland winst maken hier geen vennootschapsbelasting betalen dankzij het verrekenen van verliezen. Daarom neemt het kabinet twee maatregelen die samen een extra belastingopbrengst opleveren van ruim € 700 miljoen per jaar.

Hoe werken de maatregelen?
1. Beperken van het verrekenen van verliezen
Bedrijven kunnen verliezen verrekenen met winsten uit het voorgaande jaar of winsten uit de zes jaren daarna. Die verliezen mogen nu helemaal worden verrekend. Vanaf 2022 kan dat tot € 1 miljoen van de winst. Daarboven kunnen ze slechts worden verrekend met 50% van de winst die uitgaat boven de eerste € 1 miljoen. De tijdslimiet van zes jaar vervalt, verliezen kunnen onbeperkt in de tijd worden verrekend. Doel: Bedrijven betalen constanter belasting. Dit leidt tot een jaarlijkse opbrengst van € 555 mln.

Huidige situatie
Nu kan het bedrijf het totale verlies uit 2022 in één keer verrekenen, waardoor er in 2023 geen belasting hoeft te worden betaald: € 5 miljoen - € 5 miljoen = € 0 miljoen.

Nieuwe situatie (per 2022)
Wordt er wèl belasting betaald: € 5 mln (winst) - € 1 mln (bedrag dat volledig verrekend mag worden) - € 2 mln (50% van de winst boven de € 1 mln) = € 2 mln belastbare winst. Van het verlies uit 2022 is nog € 2 mln over, dat onbeperkt in de tijd verrekend mag worden.

2. Aanpak informeel-kapitaalstructuren

Binnen een concern moet net zo zakelijk met elkaar worden gehandeld als onafhankelijke partijen dat onder vergelijkbare omstandigheden met elkaar zouden doen. Dat moet op grond van het zakelijkheidbeginsel. Maar doordat landen dat zakelijkheidsbeginsel verschillend of niet toepassen, kunnen in internationale situaties verschillen (‘mismatches’) ontstaan. Dit leidt tot belastingontwijking. Doel: Belastingontwijking via informeel-kapitaalstructuren pakken we aan. Met deze maatregel sluit Nederland aan bij wat internationaal gebruikelijk is. De maatregel leidt tot een jaarlijkse opbrengst van € 173 miljoen.

Huidige situatie
Een deel van de winst wordt niet voldoende belast: bij een internationale transactie kan een bedrijf in Nederland wel de kosten aftrekken, maar betaalt het in het andere land geen belasting over de corresponderende opbrengst.

Nieuwe situatie (per 2022)
Er kunnen geen kosten van de winst in Nederland meer afgetrokken worden als bij de andere partij in het buitenland te weinig belasting wordt betaald over het financiële voordeel dat daaraan gekoppeld is.

1. Wijzigingen vennootschapsbelasting

Het lage vennootschapsbelastingtarief (vpb) wordt verlaagd van 16,5% naar 15% in 2021. Meer MKB-bedrijven gaan in de komende jaren dit lagere vpb-tarief betalen. Vanaf 2021 geldt het lage tarief voor winsten tot € 245.000 in plaats van € 200.000. In 2022 zal deze grens verder verhoogd worden naar € 395.000. Het hoge vpb-tarief wordt niet verlaagd en blijft 25%. De opbrengst hiervan wordt gebruikt voor de financiering van een regeling die ondernemers stimuleert om te investeren.

Wat zijn de tarieven en schijfgrenzen?

2020
Hoge vpb-tarief is 25%
Lage vpb-tarief is 16.5%
Schijfgrens € 200.000

2021
Hoge vpb-tarief is 25%
Lage vpb-tarief is 15%
Schijfgrens € 245.000

2022
Hoge vpb-tarief is 25%
Lage vpb-tarief is 15%
Schijfgrens is € 395.000

  • 1
  • 2