5. Overgangsrecht levensloopregeling: fictieve genietingsmoment vervroegd

De levensloopregeling is per 1 januari 2012 vervallen. Voor deelnemers die op 31 december 2011 een levenslooptegoed hadden van minimaal € 3.000, geldt overgangsrecht. Dit overgangsrecht is nu aangepast.

Met het overgangsrecht konden werknemers tot 1 januari 2022 tegoed opnemen of omzetten in pensioenaanspraken. Maakte de werknemer hier geen gebruik van, dan was op 31 december 2021 het zogenaamde fictieve genietingsmoment. De (ex-)werkgever was inhoudingsplichtig: hij moest loonheffingen inhouden en betalen.
Wat er is veranderd: fictieve genietingsmoment en inhoudingsplicht

Voor levenslooptegoeden, die nog niet zijn opgenomen, wordt het fictieve genietingsmoment vervroegd naar 1 november 2021. Zo worden bestaande levensloopregelingen voor het einde van 2021 afgerond. De instelling waar het levenslooptegoed is ondergebracht, is inhoudingsplichtig.

Wanneer een werknemer (een deel van) het tegoed opneemt vóór 1 november 2021, dan verandert voor die opname niets. De (ex-)werkgever blijft dan inhoudingsplichtig voor de loonheffingen.

Meer informatie over deze wijziging leest u in de 3e uitgave van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2021.

4. Commissie ingesteld die onderzoek doet naar doorstroomvennootschappen

Het kabinet heeft een commissie ingesteld die onderzoek gaat doen en zal adviseren over het fenomeen doorstroomvennootschappen – ook wel brievenbusmaatschappijen genoemd – in Nederland. De commissie zal net als de Adviescommissie belastingheffing van multinationals onder voorzitterschap staan van Bernard ter Haar. De ministerraad heeft de commissie op voordracht van staatssecretaris Vijlbrief van Financiën ingesteld.

Het kabinet heeft de afgelopen jaren veel verschillende maatregelen tegen belastingontwijking genomen. Een aantal adviezen van de Adviescommissie belastingheffing van multinationals, ook onder voorzitterschap van Ter Haar, zijn daarnaast direct opgevolgd. De commissie die onderzoek gaat doen naar doorstroomvennootschappen is een vervolg hierop.

De commissie wordt gevraagd antwoord te vinden op vragen als hoeveel belasting doorstroomvennootschappen in Nederland afdragen en hoe dit in verhouding staat tot hun bijdrage aan de reële economie. Ook zal worden gekeken welke invloed nieuw recent ingevoerde maatregelen zoals de bronbelasting op renten en royalty’s en de aanscherpingen op de Wet toezicht trustkantoren hebben. De commissie is gevraagd welke fiscale en niet-fiscale beleidsopties er zijn om ongewenst gebruik van doorstroomvennootschappen te bestrijden. Doel is dat de voorstellen van de commissie kunnen worden meegenomen in de volgende kabinetsperiode.

De commissie bestaat uit externe experts en één interne expert van de Belastingdienst. Daarnaast gaat het om fiscalisten en niet-fiscalisten. In de commissie zitten naast Bernard ter Haar de volgende personen: Martin Bergwerff, Brigitte Unger, Pieter Moore, Francis Weyzig, Anja de Haan en Henk Vording.

3. Aanvraagperiodes NOW3

Op de internetsite van de Rijksoverheid vindt u informatie over de aanvraagperiodes voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW3).
De werkgever kan NOW3 aanvragen over 3 periodes:
- oktober, november en december 2020 (NOW 3.1
- januari, februari en maart 2021 (NOW 3.2)
- april, mei en juni 2021 (NOW 3.3)

Hiervoor gelden de volgende aanvraagperiodes:
- NOW 3.1: tussen 16 november en 28 december 2020
- NOW 3.2: van 15 februari tot en met 14 maart 2021
- NOW 3.3: tussen 7 mei en 13 juni 2021

Voor elk tijdvak kan een werkgever besluiten om wel of geen aanvraag te doen. Ook als een werkgever geen aanspraak heeft gemaakt op de NOW 1 of 2, kan hij gebruikmaken van de NOW3.
Meer informatie leest u op rijksoverheid.nl
Gerelateerd artikel

2. Bijtelling auto in 2021

Met ingang van 1 januari 2021 is de bijtelling gewijzigd voor de auto van de zaak zonder CO₂-uitstoot. De korting op de bijtelling is verlaagd tot 10%. Deze korting geldt voor de eerste € 40.000 van de cataloguswaarde. Voor zonnecelauto’s en waterstofauto’s mag u de korting toepassen op de volledige waarde.
Voor auto’s zonder CO₂-uitstoot met een datum 1e toelating op of na 1 januari 2021, geldt een verlaagde bijtelling van 12% (22% -10%).
De korting van 10% mag u gebruiken tot een cataloguswaarde van € 40.000. Boven € 40.000 is de bijtelling 22%. Het bedrag van de verlaging is maximaal € 4.000.

Waterstof- en zonnecelauto’s
Voor waterstofauto’s mag u de korting van 10% toepassen over de volledige cataloguswaarde.
Vanaf 1 januari 2021 geldt dit ook voor zonnecelauto’s. Dit zijn elektrische auto’s met geïntegreerde zonnepanelen die voldoen aan de volgende voorwaarden:
Voor de aandrijving wordt benodigde energie opgeslagen in een accupakket dat geen lood bevat.
De zonnepanelen hebben een vermogen van ten minste 1 kilowattpiek.
Voorbeelden
Hieronder vindt u 2 rekenvoorbeelden.
Voorbeeld 1
De werknemer krijgt een zonnecelauto ter beschikking. De datum 1e toelating is 1 februari 2021.
De grondslag voor de bijtelling is € 85.000. Het loontijdvak van de werknemer is een maand.
Hij betaalt elke maand een eigen bijdrage van € 200.
 De bijtelling per maand is € 650.
 € 85.000 x 12%: 12 = € 850
minus eigen bijdrage € 200
bijtelling € 650

Voorbeeld 2
De werknemer krijgt een elektrische auto (geen zonnecelauto) ter beschikking. De datum 1e toelating is 1 februari 2021. De grondslag voor de bijtelling is € 85.000. Het loontijdvak van de werknemer is een maand. Hij betaalt elke maand een eigen bijdrage voor privégebruik van € 200.
De bijtelling per maand is € 1.025.
(€ 40.000 x 12%): 12 = € 400
(€ 45.000 x 22%): 12 = € 825
totaal € 1.225
minus eigen bijdrage € 200
bijtelling € 1.025

Handreiking aangepast
De redactie heeft deze gegevens verwerkt in het overzicht en tabel ‘Bijtellingspercentages privégebruik auto 2011-2026’.
 
 

1. Tegemoetkoming Vaste Lasten eerste kwartaal 2021 van start

Mkb-ondernemers die in het eerste kwartaal van 2021 geraakt worden door de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan kunnen vanaf 15 februari 12:00 uur een aanvraag doen voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL Q1 2021). De regeling staat open voor alle sectoren. De uitbreidingen die op 21 januari door het kabinet zijn aangekondigd, zoals de openstelling van de TVL-regeling voor grotere bedrijven, verlaging van de vaste lasten drempel en het hogere subsidiepercentage, worden later doorgevoerd. De voorraadsubsidie voor verplicht gesloten detailhandel wordt verlengd en verhoogd. Voor de reisbranche wordt een eenmalige opslag toegevoegd om te helpen met het betalen van de annuleringskosten. Voor de land- en tuinbouw sector komt een opslag voor speciale kosten voor het in leven houden van dieren en gewassen, zoals dierenvoer.

Staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat): “De Tegemoetkoming Vaste Lasten wordt in Q1 2021 uitgebreid. Bedrijven en ZZP’ers die aan de voorwaarden voldoen, kunnen meer subsidie aanvragen. En dat is nodig, want deze coronacrisis duurt veel te lang en het is loodzwaar voor ondernemers. Juist in deze tijd moeten we omkijken naar elkaar. Daarom heeft het kabinet het steunpakket fors uitgebreid. Ondernemers kunnen nu TVL Q1 aanvragen, zodat zij zo snel mogelijk hun subsidie ontvangen. De uitbreidingen op het pakket voeren we later door en worden met een extra voorschot verwerkt. Op deze manier kunnen ondernemers snel gebruik maken van de regelingen want dat is echt nodig.”

TVL nu aan te vragen voor ondernemers die eerder toegang hadden
Ondernemers die eerder gebruik konden maken van de TVL-regeling kunnen vanaf 15 februari 12:00 uur een aanvraag indienen. Hierbij zullen in eerste instantie nog de voorwaarden zoals aangekondigd in december gelden. De nieuwe voorwaarden zoals aangekondigd op 21 januari worden na goedkeuring door de Europese Commissie door RVO verwerkt en door middel van een extra voorschot uitbetaald. De uitbreiding van TVL Q4 die eerder is aangekondigd wordt nu verwerkt bij de uitbetaling.

Tegemoetkoming Vaste Lasten Evenementenbranche voor Q4 2020
Ondernemers in de evenementenbranche zijn voor een groot deel afhankelijk van hun omzet in de zomermaanden. Daarmee kunnen zij de stillere wintermaanden overbruggen als er weinig evenementen zijn. Door de coronabeperkingen hebben deze ondernemers veel omzet in de zomer gemist. Omdat de TVL-regeling is gebaseerd op de omzet en vaste lasten van hetzelfde kwartaal van het jaar daarvoor, en de omzet in de evenementenbranche vaak sterk seizoengebonden is, kunnen deze ondernemers vaak geen gebruik van de TVL-regeling. Ondernemers uit de evenementenbranche die aan de voorwaarden voldoen kunnen vanaf 18 februari 12:00 uur tot 18 maart 17:00 uur een aanvraag doen voor de Evenementenmodule Q4 2020. De ondernemer ontvangt 33,3% van de TVL subsidie in de zomer van 2020, met een minimum van 750 euro en maximum van 16.667 euro. De opening van de evenementenmodule voor Q1 2021 wordt in maart verwacht.

Uitbreiding TVL-regeling
Het kabinet heeft op 21 januari een forse uitbreiding van de TVL-regeling aangekondigd. Daarmee kunnen meer ondernemers aanspraak maken op de regeling en wordt de hoeveelheid steun verhoogd. De regeling wordt voor het eerst opengesteld voor bedrijven met meer dan 250 werknemers. Om meer kleine ondernemers zoals schoonheidsspecialisten en rijschoolhouders toegang te geven tot de regeling wordt de vaste lasten drempel daarnaast verlaagd naar 1.500 euro. Het subsidiepercentage wordt verhoogd naar 85% voor alle ondernemers met een omzetverlies vanaf 30%. Het maximale subsidiebedrag wordt daarbij verhoogd naar 330.000 euro voor het mkb en 400.000 euro voor het niet-mkb. Het minimale subsidiebedrag wordt bovendien verdubbeld tot 1.500 euro. 

Detailhandel, reisbranche en land- en tuinbouwsector
Onderdeel van de uitbreiding van de TVL-regeling is de verlenging en verhoging van de voorraadsubsidie voor verplicht gesloten detailhandel. De subsidie zal in het eerste kwartaal van 2021 neerkomen op een opslag van 21% op het vastelastenpercentage in de TVL (voorheen 5,6%), tot maximaal 200.000 euro.
Ondernemers uit de reisbranche die aan de voorwaarden voldoen kunnen gebruik maken van de Eenmalige Opslag voor Annuleringskosten Reizen. Deze subsidie helpt ondernemers bij het betalen van de kosten door annuleringen die niet volledig terugbetaald worden. Bijvoorbeeld door vliegtuigmaatschappijen en hotels. Hiervoor zal eenmalige opslag van 3,4% op het vastelastenpercentage worden toegevoegd tot maximaal 130.000 euro. 
Ondernemers in land- en tuinbouw kunnen een opslag krijgen voor speciale kosten, zoals diervoeding, gewassenbescherming en (plant)verzorging. Hiervoor wordt een eenmalige opslag van 21% toegevoegd aan het vastelastenpercentage.

Situatie nu en straks
De uitbreidingen van de TVL-regeling, inclusief de toegang voor grotere bedrijven en de opslag voor de detailhandel en reisbranche, zijn nog niet actief op het moment dat de regeling opengaat. Dit moet eerst worden verwerkt in een wijzigingsregeling, goedgekeurd door de Europese Commissie en worden aangepast in de systemen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Wanneer de uitbreiding is verwerkt, ontvangen ondernemers een extra voorschot en kunnen grotere bedrijven een TVL aanvraag doen. 
Wanneer de uitbreiding wordt doorgevoerd is nog niet bekend. In het schema hieronder is de huidige situatie en de nieuwe situatie als de uitbreidingen zijn verwerkt samengevat. 

TVL Q1 2021 nu en straks
 Situatie per 15 februariVoorgenomen uitbreiding besloten op 21 januari: nog niet actief
Wie kunnen een aanvraag indienen voor TVL Q1 2021 Alle ondernemers en zelfstandigen die eerder gebruik konden maken van de TVL.  Ook bedrijven met meer dan 250 werknemers (en minimaal 30% omzetverlies) en ondernemers met minimaal 1.500 euro vaste lasten komen in aanmerking voor de TVL.
Subsidiepercentage Subsidiepercentage stijgt mee met omzetverlies: bij 30% omzetverlies is het subsidiepercentage 50% en loopt op naar 70% bij een omzetverlies van 100% Het subsidiepercentage wordt verhoogd naar 85% voor alle ondernemers met een omzetverlies vanaf 30%. 
Het verschil wordt door RVO verwerkt met een extra voorschot.
Minimale subsidiebedrag per kwartaal 750 euro 1500 euro
Maximale subsidiebedrag per kwartaal 90.000 euro 330.000 euro voor mkb
400.000 euro voor niet-mkb
Voorraadsubsidie Gesloten Detailhandel Een opslag van 5,6% boven op het vastenlastenpercentage van de TVL. Maximaal 20.160 euro Een opslag van 21% boven op het vastenlastenpercentage van de TVL. 
Maximaal 200.000 euro 
Eenmalige Opslag Annuleringskosten Reizen Nog niet actief. Een opslag van 3,4% boven op het vastenlastenpercentage van de TVL. 
Maximaal 130.000 euro
Opslag voor speciale kosten land- en tuinbouw Nog niet actief. Een opslag van 21% boven op het vastenlastenpercentage van de TVL. 
Het maximale bedrag wordt nog vastgesteld.

Waar kunnen ondernemers terecht?
Bij vragen over het steun- en herstelpakket corona kunnen bedrijven en werkenden kijken op rijksoverheid.nl/steunpakket. Ondernemers kunnen voor meer vragen ook terecht op de website van de Kamer van Koophandel: kvk. kvk.nl/corona Staat het antwoord op uw vraag er niet bij? Bel dan het adviesteam via 0800 – 2117.