8. Renteloze niet opeisbare geldvordering van kind op langstlevende

Een kind heeft een renteloze, niet opeisbare vordering op de (langstlevende) echtgenoot van een overleden ouder, bijvoorbeeld vanwege onderbedeling. Behoort deze vordering tot de rendementsgrondslag in box 3? Nee.  De renteloze, niet opeisbare vordering behoort niet tot de rendementsgrondslag voor box 3 van het (stief)kind. De met deze vordering corresponderende schuld vormt voor de langstlevende ouder ook geen schuld in box 3.

7. Borgstelling en toezegging van een schenking door ouders bij (starters)leningen

Bij startersleningen kunnen de ouders afspreken dat zij borg staan voor de lening die het kind is aangegaan ten behoeve van de aankoop van een eigen woning (borgstelling).
Het is ook mogelijk dat de ouders toezeggen dat zij op een later moment een schenking ten behoeve van de eigen woning van het kind zullen doen. Hoe moeten de borgstelling en de toezegging van een schenking in box 3 in aanmerking worden genomen?

Borgstelling
De ouders moeten de borgstelling in aanmerking nemen als schuld in box 3. De waarde van de borgtochtverplichting is afhankelijk van de kans dat de borg inderdaad zal worden aangesproken.

Toezegging
Een door de ouders ondertekende verklaring, waaruit enkel de toezegging van een schenking staat beschreven, wordt niet in aanmerking genomen als schuld in box 3. Bij de enkele toezegging van een voornemen tot schenking is namelijk geen sprake van een door het kind afdwingbaar recht op een schenking. Er is dan geen verplichting voor de ouders of een bezitting voor het kind met een waarde in het economische verkeer, zodat dit zowel voor de ouders als voor het kind geen gevolgen heeft voor de rendementsgrondslag van box 3.

6. Recht op schadevergoeding belast in box 3 op peildatum

Een verzekeringsmaatschappij kent aan belastingplichtige een recht op een uitkering toe uit hoofde van zijn inboedelverzekering. Maakt het uit of de daadwerkelijke uitkering voor of na de eerstvolgende peildatum na het ontstaan van het recht op de uitkering plaatsvindt? Nee. Bij uitkering voor de peildatum behoort de uitkering als onderdeel van bijvoorbeeld het banksaldo tot de bezittingen in box 3. Indien de uitkering na de peildatum plaatsvindt, is er sprake van een vordering van belastingplichtige op de verzekeraar. Deze vordering vormt eveneens een bezitting in box 3. Indien de uitkering voor de peildatum is gebruikt voor de aankoop van een nieuwe inboedel, is er op de peildatum geen bezitting in box 3 ter zake van de uitkering. De nieuwe inboedel vormt namelijk geen bezitting in box 3, omdat dit roerende zaken in eigen gebruik zijn. Een letselschade-uitkering wordt op dezelfde wijze belast in box 3.

5. Is een postzegelverzameling een bezitting in box 3?

Wanneer de postzegelverzameling bedoeld is voor persoonlijk gebruik, is het geen bezitting in box 3. Heeft de verzameling wetenschappelijke waarde, dan kan de vrijstelling voor kunst en wetenschap van toepassing zijn. In dat geval is er ook geen sprake van een bezitting in box 3. Wordt de verzameling hoofdzakelijk ter belegging aangehouden dan is de verzameling wel een bezitting in box 3.

4. Aangifte IH 2020: waarom u juist nu dit artikel moet lezen

Waarschijnlijk staat bij uw kantoor het werk de komende tijd ook in het teken van de aangifte inkomstenbelasting (IB) 2020 van uw klanten. De redactie van Forum Fiscaal Dienstverleners heeft een aantal onderwerpen uitgekozen die wel eens interessant voor u en uw klant kunnen zijn.
Waarschijnlijk staat bij uw kantoor het werk de komende tijd ook in het teken van de aangifte inkomstenbelasting (IB) 2020 van uw klanten. De redactie heeft een aantal onderwerpen uitgekozen die wel eens interessant voor u en uw klant kunnen zijn.
Het gaat om de volgende onderwerpen: zorgkosten, scholingsuitgaven, fiscaal partnerschap en eigen woning. Naast de uitleg vindt u bij de onderwerpen links naar handige handreikingen en een noot van de redactie.

Zorgkosten

Een handicap of ziekte zorgt vrijwel altijd voor flink wat kosten. Uw klant betaalt extra voor onder meer medische zorg, hulpmiddelen, aanpassingen, kleding, reiskosten en dieetvoeding. Een deel van die kosten kan uw klant terugkrijgen via de aangifte IB. Maak er gebruik van.
De zorgkosten zijn grofweg in 3 soorten ingedeeld:
a. Zorgkosten die uw klant onder bepaalde voorwaarden mag aftrekken in zijn aangifte IB.
b. Zorgkosten waarvoor uw klant een tegemoetkoming kan krijgen.
c. Extra kosten voor uw klant vanwege verzorging van een ernstig gehandicapte van 21 jaar of ouder die meestal in een instelling verblijft, zoals omschreven in de Wet langdurige zorg (Wlz).
 
ad a: Aftrek zorgkosten
Als uw klant ziektekosten heeft, kan hij onder bepaalde voorwaarden sommige kosten aftrekken. Dit zijn de specifieke zorgkosten.
 
ad b: Tegemoetkoming specifieke zorgkosten
Heeft uw klant uitgaven voor specifieke zorgkosten in zijn aangifte afgetrokken en hierdoor weinig of geen belasting betaald? Dan heeft uw klant mogelijk recht op een extra tegemoetkoming.
 
Wat houdt tegemoetkoming specifieke zorgkosten in? Bij een laag inkomen hoeft uw klant maar weinig belasting te betalen. Als hij recht heeft op heffingskortingen hoeft hij misschien zelfs helemaal geen belasting te betalen. Had uw klant die uitgaven voor specifieke zorgkosten niet gehad, dan had hij misschien een hoger bedrag aan heffingskortingen kunnen gebruiken. Daarom maakt de Belastingdienst een nieuwe berekening. Krijgt uw klant op basis van deze nieuwe berekening ook een teruggaaf? Dan krijgt hij dat bedrag alsnog uitbetaald. Dit is de tegemoetkoming. De uitbetaling van de tegemoetkoming krijgt uw klant apart naast de teruggaaf van de belasting. Hij krijgt eerst een aanslag IB/premie volksverzekeringen. Daarna ontvangt hij de tegemoetkoming.
 
ad c: Uitgaven voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapten
Als uw klant in het weekend of tijdens de vakantie een ernstig gehandicapte van 21 jaar of ouder verzorgt die meestal in een Wlz-instelling verblijft, dan mag hij de extra kosten aftrekken.
 
Noot van de redactie
Als uw klant vergeten is een vergoeding voor zorgkosten aan te vragen, kunt u die zorgkosten niet aftrekken.
 
Als uw klant studeert, maakt hij kosten voor boeken of materiaal. Ook betaalt hij lesgeld of collegegeld. De kosten die uw klant heeft gemaakt, mag hij in zijn belastingaangifte aftrekken. Belangrijke voorwaarde: hij moet zelf de kosten hebben betaald.
 
Uitgaven die verband houden met het volgen van een opleiding of studie zijn aftrekbaar als persoonsgebonden aftrek. De studie of opleiding moet uw klant volgen met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning. Voor de aftrek geldt een drempel van € 250. Als u een klant hebt die een studie of opleiding volgt buiten de standaardstudieperiode, dan geldt een maximum aftrekbaar bedrag van € 15.000.
 
Noot van de redactie Heeft uw klant een fiscale partner? Dan mag u ook zijn studiekosten aftrekken.

Fiscaal partnerschap
Uw klant kan samen met zijn fiscaal partner aangifte IB doen. Dat kan gevolgen hebben voor de belasting die hij moet betalen of terugkrijgt. Fiscaal partnerschap kan ook gevolgen hebben voor de heffingskortingen die uw klant krijgt.
Heeft uw klant het hele jaar een fiscale partner? Of kiest hij ervoor om het hele jaar als fiscale partners te worden beschouwd? Dan mag u de gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten verdelen. De manier waarop u deze verdeelt, kan van invloed zijn op de belasting en premie die uw klant betaalt of terugkrijgt. De verdeling kan ook gevolgen hebben voor inkomensafhankelijke regelingen, zoals toeslagen.
 
Let op!
Het is niet altijd voordeliger om elkaars fiscaal partner te zijn en samen aangifte te doen. Bij bijvoorbeeld zorgkosten kijkt de Belastingdienst naar beide inkomens, waardoor de aftrek lager kan uitvallen. Om te kijken wat het verschil is, vult u de aangifte van uw klant een tweede keer in. Zo ziet u wat voor uw klant het voordeligst is.
Trek de aftrekposten van het hoogste inkomen af en tel de bijtellingen juist bij het laagste inkomen op.
 
Eigen woning
De fiscale problematiek rondom de eigen woning blijft een veelbesproken onderwerp. En niet zonder reden. Veel veranderingen in de (persoonlijke) situatie van uw klant hebben invloed op het onderdeel eigen woning in de aangifte IB. Bijvoorbeeld als uw klant gaat scheiden of als hij zijn woning verkoopt.
De redactie biedt u 4 handreikingen aan die van nut kunnen zijn bij het invullen van de aangifte IB:
  • Scheiden en fiscaliteit, veelgemaakte fouten bij aangifte IB
  • De eigenwoningregeling en het overgangsrecht
  • Eigenwoningreserve en bijleenregeling
  • Aanhorigheden in de eigenwoningregeling
Lees de 4 handreikingen in Eigen woning en de fiscaliteit.
Noot van de redactie Verhoogt uw klant de hypotheek om de oversluitkosten te kunnen betalen? Dan mag u de oversluitkosten ook aftrekken. Maar de hypotheekrente over de verhoging mag u niet aftrekken.
Gerelateerd bericht
  • 1
  • 2