8. Vaste reiskostenvergoeding nog onbelast tot 1 juli 2021

Onder voorwaarde mag de werkgever de bestaande vaste reiskostenvergoedingen nog onbelast vergoeden tot 1 juli 2021. Eerder gold deze coronamaatregel tot 1 april 2021.
Dat houdt in dat tot 1 juli 2021 de bestaande vaste reiskostenvergoedingen onbelast door de werkgever kunnen worden vergoed ook al worden deze reiskosten als gevolg van het thuiswerken niet meer (volledig) gemaakt. Een voorwaarde is dat het vaste vergoedingen betreft die al voor 13 maart 2020 door de werkgever werden toegekend. 

Werrkostenregeling
Voor het jaar 2021 is de vrije ruimte (werkkostenregeling) tijdelijk verruimd. Werkgevers kunnen deze (verruiming van de) vrije ruimte ook benutten om thuiswerkkosten onbelast te vergoeden.

Thuiswerkkosten 
Sommige werkgevers gebruiken de reiskostenvergoeding ook als een vergoeding voor thuiswerkkosten. De werkgever kan de thuiswerkkosten ook vergoeden via de werkkostenregeling.

Meer weten?
https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/berichten/nieuws/verlenging-onbelast-vergoeden-vaste-reiskosten

7. Financiële impuls voor testen van werknemers zonder klachten

Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) wil frequent en preventief testen van werknemers die geen klachten hebben beter mogelijk maken. Om dit te stimuleren heeft het kabinet een tijdelijke financiële regeling in het leven geroepen voor bedrijven, die hun werknemers preventief en zo nodig frequent willen laten testen als thuiswerken geen optie is. Voor de uitvoering van de regeling is € 250 miljoen gereserveerd.

Wanneer werkgevers preventief willen testen is het advies om dit twee keer per week te doen. De regeling vergoedt enkel antigeensneltesten en testen voor begeleide zelfafname. Op termijn biedt de inzet van zelftesten perspectief en kan deze tijdelijke regeling weer vervallen. De verwachting is dat de eerste zelftesten in de loop van april beschikbaar komen.

De regeling is op 26 maart 2021 ingegaan en loopt tot en met 31 mei 2021, met een mogelijkheid tot verlengen met een maand. Arbodiensten en BIG-geregistreerde artsen kunnen zich aanmelden voor deze regeling. Zij voeren vervolgens op aanvraag van de werkgevers de testen uit. Per test ontvangen zij een tegemoetkoming van € 20 excl. BTW.

Preventief testen van mensen zonder klachten en zonder bekende blootstelling kan vroegtijdig besmettingen helpen opsporen en uitbraaksituaties voorkomen. Bovendien kunnen werkgevers hun werknemers een veiligere werkomgeving bieden door preventief te testen. Thuiswerken is en blijft de norm. De regeling is daarom uitsluitend gericht op werkgevers waarvan werknemers door de aard van hun werkzaamheden geen enkele mogelijkheid hebben om thuis te werken én zich – buiten eigen schuld om – in werksituaties bevinden waar 1,5 meter moeilijk te handhaven is.

Tot nu toe was er een regeling voor werkgevers om werknemers mét klachten of bekende blootstelling te laten testen. De GGD-en hebben inmiddels voldoende capaciteit om die testen uit te voeren. De regeling om werkgevers hierbij te ondersteunen staat daarom per 19 maart 2021 niet meer open voor nieuwe aanmeldingen.

6. Krijgen zelfstandigen dezelfde mogelijkheden tot uitstel van belastingafdracht als dat mkb-bedrijven dat krijgen?

5. Zijn zelfstandigen geïnformeerd over deze gevolgen bij het verstrekken van Tozo-1?

Praktijkvraag: Zijn zelfstandigen geïnformeerd over deze gevolgen bij het verstrekken van Tozo-1? Zo nee, informeren gemeenten nu alsnog actief hierover? Zo nee, kunt u gemeenten aansporen dit actief te doen?

Ja, zelfstandigen zijn hierover al tijdens Tozo 1 geïnformeerd via gemeenten, de site van de Rijksoverheid en via organisaties voor zelfstandigen.

 

4. Welke invloed heeft het krijgen van een Tozo-1 uitkering op het inkomen van de partner als deze een uitkering krijgt (bijvoorbeeld een WIA-uitkering)?

Praktijkvraag: Welke invloed heeft het krijgen van een Tozo-1 uitkering op het inkomen van de partner als deze een uitkering krijgt (bijvoorbeeld een WIA-uitkering)? Kan het voorkomen dat de uitkering gekort wordt vanwege de Tozo? 

De Tozo wordt – net als de bijstand – niet geteld tot het inkomensbegrip in de sociale zekerheid bij het verrekenen van uitkeringen. Indien dus de partner van de ondernemer een uitkering van het UWV (bijvoorbeeld WIA, Wajong of WW) of van de SVB (bijvoorbeeld AOW) ontvangt, heeft het feit dat de helft van de Tozo hem toekomt geen gevolgen voor het recht op of de hoogte van zijn uitkering.

De enige uitzondering die zich zou kunnen voordoen, betreft het geval dat er recht op extra kinderbijslag bij intensieve zorg (AKW+) bestaat. Dit is een tegemoetkoming per kalenderjaar van
€ 2.225,29 waarop mensen aanspraak kunnen maken die dubbele kinderbijslag ontvangen vanwege de intensieve zorg voor een thuiswonend kind. Eén van de voorwaarden voor de AKW+ is dat de minstverdienende (fiscale) partner niet meer inkomen heeft dan € 5.072 per jaar. Het zou kunnen voorkomen dat doordat de helft van de Tozo bij het inkomen van deze partner wordt opgeteld, deze partner boven deze inkomensgrens komt. De verwachting is dat dit in een zeer beperkt aantal gevallen kan voorkomen. De omvang van de groep AKW+ ontvangers bedraagt 9.750, waarvan een deel alleenstaand is. Voor die groep geldt de inkomensgrens niet. Het zou dan gaan om gehuwde AKW+ ontvangers die Tozo ontvangen en waarvan daarnaast de minstverdienende partner door de Tozo boven de inkomensgrens van € 5.072 per jaar uitkomt.

  • 1
  • 2