3. Wiebes: 'Niet ingewikkeld doen over Wet DBA'

Opdrachtgevers en zzp'ers hoeven zich geen zorgen te maken dat het werken met modelovereenkomsten minder zekerheid biedt dan voorheen de VAR. Dat zegt staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes deze week in Forum. Sinds kort moeten opdrachtgevers en zzp'ers samen bepalen of er sprake is van een dienstverband en kunnen ze dat eventueel vastleggen in een modelovereenkomst.

Gewenning
Niet terecht, wel begrijpelijk, noemt Wiebes de ongerustheid die desondanks sinds de invoering van de nieuwe Wet DBA her en der is ontstaan. 'Je hebt altijd eerst een fase van bewustwording en van gewenning. Maar daarna wordt het een normale werkpraktijk waarbij iedereen weet dat het zo goed zit.'

Modelovereenkomsten
Wiebes: 'Met de tien algemene modelovereenkomsten die zijn goedgekeurd door de Belastingdienst en op de site staan, kan iedereen uit de voeten. En dan zijn er nu ook al vijftig sectorale modelovereenkomsten. Laten we ze gewoon gaan gebruiken.'

Belastingdienst
Het is niet nodig voor opdrachtgevers en opdrachtnemers om alles op detailniveau vast te leggen, verzekert de staatssecretaris. 'Als je je gewoon normaal gedraagt, is er niets aan de hand. En dan kunnen er heus nog wel eens een keer wat dingen tussendoor glippen, maar dan legt de Belastingdienst je ook echt niet meteen op het hakblok. Zo werkt het nooit en zo zal het ook nu niet werken.'

Niet verplicht
Dat het gedoe met modelovereenkomsten zzp'ers minder aantrekkelijk zou maken voor opdrachtgevers is volgens Wiebes niet waar. 'Natuurlijk is het even wennen, maar dit is niet iets dat je ieder jaar hoeft te doen. Zo'n modelovereenkomst is ook helemaal niet verplicht als duidelijk is dat de opdrachtnemer een echte ondernemer is, en dat is in de meeste gevallen zo. Laten we het niet moeilijker maken dan het is.'
Korrel zout
'Maak vooral gebruik van de voorbeeld modelovereenkomsten, dan weet je zeker dat je goed zit', voegt Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW daaraan toe in Forum. 'De Belastingdienst mag niet strenger zijn dan de wet. Dus, die zekerheid is dan ook écht zeker. En, neem bij de overdreven berichtgeving over kopschuwe opdrachtgevers een flinke korrel zout. Zzp’ers kunnen gewoon aan de slag.'

2. Belastingdienst gaat voorlichting geven over fiscale gevolgen internetdiensten

De Belastingdienst gaat voorlichting geven aan en samenwerken met internetondernemers, bijvoorbeeld bij verhuur via Airbnb. Doel is om de kwaliteit van aangiften en het toezicht te verbeteren. De fiscale gevolgen van handel via internet zijn niet altijd even duidelijk en sterk afhankelijk van individuele omstandigheden. Bij de verhuur van de eigen woning speelt bijvoorbeeld mee of de verhuurder ondernemer of particulier is. Ook de bezettingsgraad en de vraag in welk belastingtarief de verhuurder valt, speelt een rol in de belastingheffing.

Verkenning
Dit blijkt onder andere uit een eerste verkenning van de Belastingdienst naar interneteconomie in de breedte. Binnenkort start bij de Belastingdienst een speciale expertgroep om verder te gaan met deze conclusies.

Gegevensuitwisseling
De Belastingdienst gaat verder inzetten op uitwisselen van gegevens met verhuurplatforms en andere belanghebbenden zoals gemeenten. Deze gegevensuitwisseling moet er uiteindelijk toe leiden dat de Belastingdienst over voldoende informatie beschikt om de inkomsten uit verhuur op te nemen in de vooraf ingevulde aangifte.

Meer weten?
Lees meer over de fiscale gevolgen van de interneteconomie op belastingdienst.nl.

1. Stagiairs: fictieve of echte dienstbetrekking?

Er wordt in de private en publieke sector veel gebruikgemaakt van stagiairs. Betaalt uw klant de stagiair een marktconforme beloning? Of krijgt de stagiair een stagevergoeding? In dit bericht worden de regels voor de loonheffingen nader uitgelegd.

Als uw klant een stagiair aanneemt, is vaak sprake van een zogenoemde 'fictieve dienstbetrekking'. Dat is het geval bij een leerling van een onderwijsinstelling, waarbij het 'werken in de praktijk' onderdeel van zijn opleiding is en hij een stagevergoeding krijgt. Meestal op grond van een stage-overeenkomst. Een stagevergoeding kan wel of juist niet marktconform zijn.
Marktconforme vergoeding
Een marktconforme vergoeding is bijvoorbeeld het minimumjeugd- of cao-loon. De stagiair is bij zo'n stagevergoeding, net als bij gewone werknemers in 'echte' dienstbetrekking, De normale regels zijn van toepassing.

Niet marktconforme vergoeding
Als de stagevergoeding niet marktconform is, is er geen sprake van een 'echte', maar van een fictieve dienstbetrekking. Voor meer informatie, zie het Handboek loonheffingen 2016, hoofdstuk 16.10.
Voor deze stagiair geldt het volgende:
- Hij is alleen verzekerd voor de ZW, dus de verzekeringsindicatie voor de ZW moet op 'Ja' staan.
- De verzekeringsindicaties voor de WW en de WAO/WIA moeten op 'Nee' staan.
- Het loon dat hij geniet (de stagevergoeding) is naast loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen ook loon voor de werknemersverzekeringen (SV-loon).
- Er is géén sprake van premieloon (oftewel grondslagaanwas op het cumulatieve premieloon). Uw
klant, de stageverlener, vult € 0 aan premieloon (grondslagaanwas) in.
- Er zijn geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd.
- De sectorcode moet worden ingevuld.
- Er is werkgeversheffing Zvw van toepassing.
Let op!
Als de stagiair later in datzelfde jaar in 'gewone' dienst treedt bij diezelfde werkgever, dan volgt daaruit voor de premies werknemersverzekeringen veelal een zogenoemd 'inhaaleffect'. Dit komt omdat de premies werknemersverzekeringen via voortschrijdend cumulatief rekenen (vcr) bepaald worden. Op dat moment namelijk wordt ook het loon dat hij als stagiair heeft genoten in de berekening betrokken. De werkgever moet dan alsnog alle premies (ZW/WW/WIA) betalen over het loon dat hij als stagiair heeft genoten.

  • 1
  • 2